Als er iets zou bestaan als ‘een Top 40 voor milieuproblemen’ dan zou op nummer 1 - al minstens twaalf maanden lang - de ‘Plastic Soup’ staan. Met stip. Plastic is hot, is trending, is overal. De EU doet het wegwerpbestek in de ban, bio-bars serveren alleen nog rietjes van karton - of zelfs van echt riet - en als relatiegeschenk krijg je in de duurzaamheidssector steevast een hervulbare fles. Plastic is de nieuwe vleesgeworden eco-vijand.Misschien schieten we met hagel lukraak in het rond maar toch ben ik vierkant voor. De strijd is pas net begonnen... Het echte mikken moet nog komen. Dat het plastic-verzet zo is gegroeid in de afgelopen tijd komt op het conto van het bonte materiaal zelf. Want ‘eindelijk’ is er eens een milieuprobleem dat wél duidelijk herleidbaar, zichtbaar en tastbaar is. Foto’s van aanstekers in een albatros geraamte, een ‘favo’ Thaise zeekoe dood aan plastic in de maag, microplastic in water, microplastic in de lucht en overal waar we op vakantie gaan - plastic zwerfafval. We plastificeren onze aarde. We zien het met onze eigen ogen en de oorzaak is de mens; dat valt bij dit milieuprobleem niet te ontkennen. Plastic hoopt zich op in de oceaan en op de stranden. En waar oceaan en strand samenkomen zijn- naast plastic troep - ook golven; en dus surfers. Net als ikzelf. Surfers die het probleem uit de eerste hand kennen. Net als ikzelf. Surfers die met hun verhalen en soepele gebruinde lichamen een nieuw en breed publiek aanspreken. Net als ... tja, zongebruinde verhalen vertellers. Toen Boyan Slat - met zijn ‘Ocean Cleanup’ de keizer van de plastic soup - nog op de middelbare school zat bouwde ik mijn eerste surfboard van plastic afval dat ik op het strand van mijn lokale surfstrand had gevonden. Met een zelf gemaakte mal, een gasbrander en het strijkijzer van mijn oma perste ik van die plastic troep een surfboard in elkaar. Een statement. Om dat statement kracht bij te zetten surfte ik er een kitesurf record op: 350 kilometer van België naar Ameland opeen loei zwaar surfboard. Gekkenwerk. Ik hield er een gekneusde enkel, koorts en een bijnaam aan over: de Plastic Soup Surfer. Met deze eerste expeditie leerde ik de kracht van de zichtbaarheid van plastic. Twee jaar later zou ik van Scheveningen naar Engeland kitesurfen. Weer een recordpoging. Ditmaal voor statiegeld op kleine flesjes. Het leverde 60 duizend handtekeningen én een politiek gesteunde motie op. Vanaf 2021 zal er statiegeld zitten op kleine plastic flesjes in Nederland; aan de basis ligt de motie van de Plastic Soup Surfer en het tastbare verhaal. Die zichtbaarheid van plastic spreekt tot de verbeelding. Hier precies onderscheidt de ‘PlasticSoup’ zich van de grotere abstracte milieuproblemen als de opwarming van de aarde. Want, ben je eenmaal geraakt door de ‘Plastic Soup’ - plastic is ontworpen om nooit te vergaan -dan blijk je dit duivelse synthetische materiaal niet meer te kunnen ontlopen. Je ziet het opeens overal liggen of drijven. In bermen, parken, sloten, rivieren en op stranden.Je kunt geen supermarkt uitlopen zonder zakken vol plastic. Maar in die tastbaarheid ligt ook de hoop. Er is direct actie te ondernemen als individu, bedrijf, gemeente of overheid.De aandacht voor plastic is geen mode-gril. Plastic staat op 1 in de top 40 en zal niet snel zakken. Plastic is het pop-deuntje temidden van moeilijke klassieke muziek. Met plastic hebben we de aandacht gegrepen en zo een tastbaar handvat tot de grote abstracte milieu problemen. Want achter het oplossen van het plastic soup schuilen dezelfde melodieën, dezelfde duurzaamheidsprincipes, dezelfde gedragsveranderingen. Plastic is die duurzaamheids-deurklink naar het grotepop-podium. Het verhaal de versterker.
Meer weten over Merijn als spreker? Bekijk hier zijn profiel!