We bevinden ons midden in een grote verandering van de economie. De economie zoals wij hem kenden, de managerial economy, wordt een entrepreneurial economy. In de managerial economy was met name de grootte van een bedrijf van belang. De belangrijkste productiefactoren waren kapitaal en (goedkope) arbeid. Mensen hadden 40 jaar dezelfde vaste baan, werkten in hun leven voor één of enkele werkgevers. De crises en technologische veranderingen toonden ons een nieuwe realiteit. De eens oppermachtige kolossen leggen het af tegen (kleine) startups. Neem ’s werelds grootste taxibedrijf, dat geen taxi’s meer heeft. De economie verandert, nu de arbeidsmarkt nog.
Over het flexibiliseren van de arbeidsmarkt wordt veel gesproken. Hierbij wordt een belangrijk aspect vergeten: het werkgeverschap. Zonder werkgevers is er geen arbeid, flexibel noch vast. De afgelopen jaren hebben werkgevers steeds meer verantwoordelijkheid gekregen. Werkgeverspremies zijn aan de uitgaven voor het arbeidsmarktbeleid gekoppeld, waardoor de premies voor werkgevers flink stegen. Werkgevers lopen het risico transitievergoedingen of twee jaar loon bij ziekte te moeten betalen. Slechts drie voorbeelden uit het huidige stelsel die werkgeverschap zeer onaantrekkelijk maken.
Het is nodig om de arbeidsmarkt grondig te herzien. Zo moet het makkelijker en goedkoper worden om personeel aan te nemen. We moeten anders naar de relatie tussen werknemers en werkgevers kijken. De markt schreeuwt om flexibiliteit, keuzevrijheid, werken wanneer het uitkomt met je privésituatie en permanente ontwikkeling. Hoog tijd om de huidige standaardbepalingen te veranderen om recht te doen aan bedrijfsspecifieke behoeften en de individuele voorkeuren van medewerkers. Dé werkgever bestaat niet, net zo min als dé werknemer bestaat.
Deze column schreef Hans voor arbeidsmarktplatform wekr.nl.
Geschreven door huysgenoot Hans Biesheuvel